19 Juli Antwerpen
Door: Maarten
22 Juli 2007 | België, Antwerpen
Deze morgen vertrokken we met de trein, omdat dit altijd een beetje reizen is en omwille van het majestueuze welkom dat je krijgt in het Centraal Station. Ook al zijn ze hier na vele jaren nóg steeds aan het restaureren en verbouwen- dit is België!- is de grandeur van dit oude station een Sinjoor waardig. Eigen stoef stinkt, maar een beetje chauvinisme is ook ons niet vreemd. Niemand is volmaakt, toch?
Buiten aan de uitgang van het station wachtte ons een kudde olifanten, kunstig nagemaakt uit drijfhoutjes, alsof ze zó uit de dierentuin zijn weggelopen.
Na wat zoeken door het onderaardse labyrint van de metro, het is al zeven jaar geleden dat ik hier nog ben geweest, vonden we de juiste tram richting kathedraal. Maarten trakteerde me op een inkomstkaartje. De sfeer was er groots, letterlijk en figuurlijk. Zo veel ruimte, overkoepeld door immens hoge gewelven, waaronder tientallen mensen die met hun schuifelend gefluister de ingetogenheid van het gebouw nog meer in de luister zetten. Als een traag meanderende stroom die rond en over ons heen kabbelde en zo haar mooiste plekjes liet zien. Wij lieten ons door al deze kunstige sereniteit ver-voeren, ondertussen gezellig keuvelend met elkaar.
Om daarna naast die échte grote rivier op een terrasje van een Hoegaarden te gaan genieten. Naast het Steen, waar Lange Wapper de wacht hield. Een watergeest die mensen de stuipen op het lijf jaagt, dat hebben we eerder gehoord, hé Maarten?
Ik moest hem geen twee keer vragen om voor de Antwerpse skyline te poseren. Naast Maarten priemde de kathedraaltoren de blauw-witgewolkte hemel in. Het torentje achter hem paste als een zotskap op zijn hoofd. Ik loodste hem verder naar de Antwerpse Brocanteriestraat en daar stond het, zijn lijfspreuk, op een etalageruit: “La vie et moi, c’est toujours fou, c’est toujours grand.” Vrij vertaald: groot en gek net als het leven zelf. Een mooie afsluiter voor een dagje Antwerpen met deze plezant-maffe Nederlander. Maar niet zonder eerst even een terrasje te pikken in café Zeezicht, hartje stad. Dan reisden we met de trein terug naar Mortsel, station Oude God.
“Maar ik ben wel een Jonge God!” grapte Maarten. Ik laat hem in die heerlijke
waan. Omdat zijn enthousiaste vreugde over de stad, die ik hem stukje bij beetje liet ontdekken, zo aanstekelijk werkte. “Mijn” koekenstad kreeg opnieuw kleur voor mij, als een diamant met veel facetten. Dankjewel, gekke lange wapper!
Katelijn
-
30 Juli 2007 - 14:06
René En Riet:
Hallo Katelijn en Maarten,
Leuk om jullie dagje samen te lezen.
Veel groeten
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley