8 Aug. Linwater

Helaas pindakaas!
De camping in bijna hartje Edinburgh heeft geen plek. Ik maak nog gebruik van de douche, wasmachine en droger. Achter de balie willen ze voor mij wel anderen polsen. In Linwater, een gehucht buiten Edinburgh, hebben ze plaats in een wei naast de camping. Alles is beter dan niets.
Waarom wil ik persé in Edinburgh blijven? Dat is vanwege het Internationale Festival, dat de hele maand augustus plaatsvindt. Er zijn redevoeringen, straattheaters, taptoe, musicals, bands, levende beelden, concerten, toneelvoorstellingen en nog veel meer. Ik zal het morgen gaan zien. Het belooft dus een cultureel weekje te worden en daar heb ik zin in. Iets heel anders dan mijn passie voor stoom, rook, olie, techniek, lawaai, stof en bruut geweld. Mijn zinnen zullen nu veel fijner gestreeld worden.
Op de nieuwe camping word ik enthousiast ontvangen. Mijn plek is prima: heel apart. Ik sta hier met mijn span voor vier pond per nacht, inclusief onbeperkt douchen. Een buslijn op één mijl afstand gaat elk half uur naar de stad. Ik zit hier gebijteld. Al gauw ben ik “auf Du und Dich” met de zeer vriendelijke en behulpzame eigenaresse. Ik mag straks in haar woning op internet.
Voor de goede orde moet ik een vooroordeel over Schotland ontkrachten: hier schijnt de zon al twee weken achterelkaar!
De resterende, halve dag lummel ik wat in mijn blote bovenbast: de wagen poetsen, de tractor doorsmeren, in de zon zitten en wat lezen. Stefan en Ilse komen een babbel maken. Het klikt tussen ons en koffie is gauw gezet. Zij nemen boodschappen mee voor mij en ’s avonds zitten wij bij de tent met een koel pils en lekkere hapjes. Er worden over en weer spannende, lachwekkende, sportieve, ongelukkige en te gekke verhalen verteld. Stefan heeft een vlotte babbel, wel zo handig als je in de verzekeringen zit. Ilse is de derde generatie in het onderwijs. Ze moet nog één jaar en dan mag ze haar eigen toko runnen.
Het is een vreemd gezicht om ons te zien zitten met capuchons op. Om beurten wrijft er een in zijn nek, tetst iemand tegen zijn wang, krabt over zijn hoofd, aait zijn armen of schuurt zijn enkels tegen elkaar. Dit onbekende Schotse gezelschapspelletje wordt getriggerd door honderden muggen. De knoflookpillen die ik ertegen slik helpen niet. Een smeerseltje van Ilse biedt enig soulaas. We zijn dan helaas al bijna lekgeprikt. Om half elf is het erg koud geworden. Ieder gaat zijn netje in.